Verhalen uit de losse pols.

 

Antonia van Boven (56) Ik kreeg bij geboorte de roepnaam Marlies en een rits doopnamen waar Antonia de laatste van is. Vermijd clichés gonst het door mijn hoofd. Ik doe er toch eentje. Komt ie. Ik heb mijn hele leven geschreven. Echt? Je meent het. Ja, ja, ik overdrijf. Want lezen was veel eerder dan schrijven. Elke cent zakgeld ging naar boeken. Van de Dolle Tweeling, Polly Parker naar Zomerzotheid van Cissy van Marxveldt. Later kwam Marjan Berk, Yvonne Keuls en ook Gerard Reve, Hugo Claus. Las boeken twee keer, soms drie keer. Ik spaarde boeken. 

Schrijven nam een vlucht met de schoolkrant, die bij mij begon en ook eindigde op de laatste schooldag. Ik schreef de verhalen, elke krant gaf ik in de rubriek de pen van de beurt door aan iemand anders, maar schreef ook dat verhaal zelf, ik was de redactie, stond aan het stencilapparaat, uit die oudheid stam ik, en was ook de distributeur van de krant door de hele school. Nu begrijp ik ook dat het met studeren niet zo wilde vlotten, had domweg geen tijd. 

Mijn vader voedde mij op met de gevleugelde woorden uit eind jaren 80 een slimme meid is op haar toekomst voorbereid. 'Eerst een vak leren, Marie, zodat je voor jezelf kunt zorgen,' vertaalde hij de slagzin in zijn eigen woorden. Mijn vader had het begrepen. Alleen daar liepen onze verwachtingen over mijn toekomst als de paus die verlangt naar Club 17, kan even geen betere metafoor bedenken, uit elkaar. In zijn wereld van acht tot vijf was schrijven geen vak. Ik moest in de debiteuren crediteuren, balans schrijven, activa en passiva, twee gelijke bedragen onder de streep. Noem het boekhouden. Dan kun je altijd bij de Boerenleenbank (red. Rabobank) werken, een zekerheid, want banken gaan niet failliet. In mijn wereld gaan banken wel failliet, pap. Vergeef me iedereen die met veel plezier bij een bank werkt, gelukkig is het voor mij nooit zover gekomen. De journalist, want na mijn vakopleiding mocht ik worden wie ik wilde zijn, ben ik niet geworden. Maar het schrijven is altijd gebleven. 

Onderweg in mijn leven leerde ik Annemarie van Gaal (ondernemer, investeerder, auteur) kennen. In haar kledingboetiek in de PC Hooftstraat in Amsterdam. En omdat ik bij het vertrek uit mijn huwelijk de huissleutels en de Goldcard op de keukentafel achterliet en daarmee ook de nieuwe kledingcollectie van Celine, begon ik Annemarie mails te schrijven over mijn nieuw verworven status als single. Annemarie ontdekte het schrijftalent dat ik kennelijk heb, wist ik veel, en ik schreef uiteindelijk zes artikelen voor AM-Magazine waar ze uitgever van was. 'Je moet een boek schrijven,' zei Annemarie op een keer. Dat liet nog tien jaar op zich wachten. Annemarie is als schrijfcoach bij het schrijven van De Jurk betrokken geweest. Onvermoeibaar las zij elke nieuwe versie en voorzag van commentaar. Inmiddels zwerft het manuscript van De Jurk Mag Uit door uitgeversland.