Verhalen uit de losse pols.

Een nacht, vier maaltijden, een kerkdienst, nieuwe zinnen en stilte verder.

10 april 2024  Inpakken voor het klooster. Mag maar een tas kleding met schoenen meenemen. Van mezelf. Niet dat ik vanuit het klooster restricties opgelegd heb gekregen. Behalve dat ik geen koffie en thee mee naar de kamer mag nemen. Te doen. Die tas is de uitdaging, want het oog wil ook wat. Laat ik de hakken thuis, slippertjes gaan mee. En de rits van de tas hoeft niet dicht. Een tas proviand. Geen idee of dat de bedoeling is. Die laat ik in den beginne in de auto, voor noodgevallen. Denk aan wijn en borrelnootjes. Rijstwafels, chocolade. Die nood moet ik dan wel voelen voor negen uur ’s avonds, want daarna kom ik het klooster niet meer in of uit tot de volgende ochtend. Als ik aankom meteen op zoek naar de opper Norbertijn, handen schudden, hij heeft vast en zeker een sleutel. Tas met persoonlijke verzorging. Zal ik een opsomming geven? Nee, doe maar niet, ik heb zo ook wel een beeld. Ja, de föhn gaat mee. Paarse vriend, opgeladen, blijft thuis op het nachtkastje achter. Ik geef eerlijk toe, ik heb getwijfeld. Toch teruggelegd. Verknocht aan de keukenweegschaal en de airfryer. Geen Terschelling zonder. Met pijn in het hart laat ik dat huishoudspul thuis.  Gelukkig zit ik maar een paar kilometer van huis. Ben zo thuis om het op te halen. Kan geen reden bedenken waarom, maar het idee. Tot slot de tas met laptop, geprint leesverslag en boeken, pennen, opschrijfboekjes. Die overvolle tassen worden nog een serieuze stappenteller tussen auto en kamer. Maakt mij niet uit. Mij mag aan niets ontbreken in het klooster. Alles voor een ultiem verblijf terug naar de basis. Hoogstwaarschijnlijk loop ik alle dagen in dezelfde legging, hoodie en uggs, maar dat terzijde. Auto door de wasstraat, olie pijlen. Check. Ik heb gewoon kriebels, zo’n zin heb ik. 

11 april 2024  Iets na elf uur in de ochtend rijd ik onder de stenen oude boog door. Aan het einde van de oprit naar links wijst het bord. Ik kijk naar een geschikte plek om te parkeren. Ver naar achteren. Draai de sleutel om. Daar zit ik dan. Jezus, Marlies, waarom moet dit nou. Ik wil weg. Naar huis. In de grote abdij zit een kleine deur. Dicht. Vanuit de auto kan ik niet zien of daar de bel zit. Is dat de voordeur? Ik wil naar huis. Weg van het onbekende. Annuleren kenden ze niet toen ik er naar vroeg. We vragen € 25,00 als je niet komt. Schiet op. Uitstappen. Laat de tassen in de auto. Die komen later.

Op het moment dat ik een voet over de drempel zet, de bruine deur achter me dicht valt, blijft alle bravoure van de afgelopen tijd op de deurmat achter. Ben ik welkom. Zeer in hoofdletters. Voel ik dat. Vanaf het allereerste moment. Een korte rondleiding. De eetzaal dat Refter heet. De lange gang met de imposante schilderijen van abten. De kerk. Heb je al nagedacht om een dienst bij te wonen? Ja, dat had ik. Helaas niet voor mij. Ik vertel over schrijven. Jammer, ik zou je een moment van rust gunnen, bezinning. Overweeg het. Een trap omhoog, een lange gang, mijn kamer. Ruim. Hoog. Grote ramen. Uitzicht op de tuin. Met een quote vol levenswijsheid op de muur geschreven. We lopen terug. Ik kan wel janken, zo voel ik me op mijn plek. De stilte om me heen. De warmte van het eerste contact. Heb je bagage? Of ik bagage heb... Ik kan met je meelopen om je te helpen het naar je kamer te brengen. Doe ik graag. Je hoeft het niet alleen te doen. Nee hoor, dat hoeft echt niet. 

12 april 2024  Een nacht, vijf maaltijden, twee kerkdiensten, nieuwe zinnen en stilte verder.

Probeer de grote lijn vast te houden en laat uw aandacht niet versnipperen.
Concentreer u op het totaal en verlies u niet in details.
Bewandel geen zijpaden, blijf op die ene weg daar ligt het geluk.

Vroeg slapen. Vroeg op.
07.00 uur Morgengebed, waarna stille tijd
08.00 uur Ontbijt in de Refter tot 8.30 uur

 

Van vloeken op de invoegstrook naar stilte in het klooster.

5 april 2024  Kunnen we het heel even hebben over een invoegstrook op de snelweg. Het gebruik daarvan om precies te zijn. Waarom. Waarom trap jij op de rem als je voorwielen net precies de strook oprijden vraagteken vraagteken. En doe ook nog maar een paar van die uitroeptekens. Ik heb moeite met het typen van ? en ! aan het einde van een zin. Daarom schrijf ik dat leesteken liever voluit; nog veel liever laat ik ze weg. Bevordert niet perse lekker lezen van mijn teksten. Dus ja, langzaam komen ze terug. We hebben het er nog wel een keer over. Of niet.

Van school naar huis staat ook nog, ook nog een geel bord naast de invoegstrook met in koeienletters: gehele invoegstrook gebruiken. Wat is hier niet duidelijk aan. 

Dan volgt nu een autorijlesje uit het hoofdstuk invoegen op de snelweg. In plaats van op de rem druk het gaspedaal in. Gewoon gasgeven. Vaart maken. Ook als je langzaam rijdend verkeer naast je hebt. Beetje de spiegels in de gaten houden. Maar blijf tempo maken. Tegen het einde van de strook komt altijd een plaats vrij om in te voegen, geloof me nou maar. Omdat een auto op de rijstrook links verder naar links schuift. Of omdat de rijdende strook links van je begrijpt dat ze ruimte moeten laten voor jou. Snap je. 

En anders stel ik voor dat we, iedereen die op de rem trapt bij de start van invoegen van de weg halen. Rijbewijs inleveren. Geen pardon. Meteen een stuk fileprobleem opgelost. Verder ben ik een hele relaxte autorijder hoor. Ik vloek nooit. Haha jij niet vloeken. Ik kijk nooit een bestuurder na als ik inhaal. Oh ja wel. Klopt. Ik wíl weten wie degene is die niks snapt van autorijden. En dan hang ik daar een profiel aan. Ambtenaar, bejaarde. Leraarachtige meneer van middelbare leeftijd in bijpassende auto. Stigmatiserend, ik geef het toe. Soms merk ik links van me dat mijn medeweggebruiker moeite heeft om ruimte te laten. De blonde female Xennial (geboren tussen 1971 en 1985) in een auto die om hele andere redenen door de keuring is gekomen. Die zie ik denken: ik laat jou er niet tussen met je Mini Cabrio. Achteraan sluiten, lichaamtaalt ze. Op een invoegstrook. Achteraan sluiten. Die spoort niet. Ik smijt wat niet te vertalen verwensingen tegen het zijraam. Zak terug in snelheid en zwaai in de achteruitkijkspiegel naar de vriendelijke vrachtwagenchauffeur. Want, uiteindelijk komt het aan het einde van de invoegstrook altijd goed. Dus gas erop. Zal ik het nog hebben over de jakkerende bumperklevers in de ochtend, beter bekend als de werkbussen? Haha ja gelijk, het kan ook de Audi rijder zijn. Nee hè. Denk dat het zo wel voldoende is.

Want waar ik eigenlijk voor blog. Ik ga het klooster in. Met het manuscript De Jurk Mag Uit en het leesverslag van Lydia. Schrijven. Ver bij de verleiding, de afleiding uit de buurt. Volgende week. Eigenlijk is het een abdij. Ik moet nog eens googelen wat het verschil is. Daar wonen in ieder geval mannelijke Norbertijnen. Geen idee of er ook vrouwelijke Norbertijnen bestaan, maar dan zijn ze alvast niet daar. Je kunt mij niet in een huis vol nonnen zetten. Dat gaat niet. En die brouwen ook geen bier en dat doen deze Norbertijnen wel. Niet dat ik gek ben op bier, maar als er bier is, is er wijn. Let maar op. En het is bij mij om de hoek. Allemaal groene vinkjes. Een sobere eigen kamer. Bed, kast, schrijftafel, stoel, douche en wc. Vier dagen in het dagritme van de geestelijken. ’s Morgens ontbijt, ’s middags de warme maaltijd, ’s avonds broodmaaltijd en om negen in de avond in huis en stil. Ik mag meedoen met bidden in de tussentijd. Dat valt precies in mijn schrijftijd, dus dat moet ik helaas afzeggen. Met mijn gevloek in de auto en overal waar van toepassing, het veroordelen van medeweggebruikers is dit wel een gemiste kans om iets met het hierboven uit te praten. Iets van een uitleg te geven. Nou ja, als ik ooit ergens halverwege de hemel beland, vind ik dat ook prima hoor. Alleen moet wel iemand niet vergeten, voordat de kist dichtgaat mij de noice cancelling koptelefoon op te zetten. Dat moet ik in mijn testament zetten.

Wordt vervolgd.


Van tuinbarbaar naar hoogsensitieve training. 

31 maart 2024  Vroegah, in mijn vorig leven, ging ik met mijn spiksplinternieuwe Mini cabrio naar de BMW dealer om de klok te verzetten naar zomertijd. Je dacht toch zeker niet dat zij, ik dus, dat informatieboek erbij pakte om verzet klok op te zoeken. Talk to the hand. En ik beken, achttien jaar later durf ik, ik dacht serieus dat het te maken had met het programmeren van de boardcomputer van de auto. Dat daar een automonteur MBO-niveau 4 aan te pas moest komen. Dus. Weer een reden dat ik aanstaande vrijdag mijn haren bruiner laat verven. Bye bye blond, hello brunette. Terug naar de klok. Mijn man. Destijds. Vragen. Sorry? Nee, die was niet thuis. Werken. Of zoiets. Dat is flauw. Dat laatste neem ik terug. 

Uiteindelijk komt alles goed. Ergens vandaag, zeg maar gerust laat in de middag, heb ik alle klokken in huis tot in de auto, nog altijd dezelfde Mini, verzet naar de nieuwe tijd. Twee in totaal, poeh poeh. Als je maar wilt. Ik sloop in mijn tegenwoordige tijd eigenhandig met een schop breeduit gewortelde vlinderstruiken uit de tuin. Zelfs als de jonge knul van het tuincentrum zonder gêne zijn twijfels naar mij uitspreekt. Moet jij eens opletten, kind. Ik heb me vijf jaar kapot geïrriteerd aan die verharde takken, die geen kant op wilden. Die struiken gaan eruit. Vandaag. Ik hak de wortels door. Met een handzaag zaag ik zonder pardon de hele boel kort en klein. Voor in de kliko. Dat gaat zeker nog vier weken duren voordat ik alles ongezien de tuin uit heb. Ik voel me een seriemoordenaar die de skills aan het oppoetsen is. Helemaal in mijn element. Dat laatste neem ik terug.

Een dag later plaatst NRC Nederland een artikel over waarom vlinders straks misschien een zeldzaamheid zijn (en wat jij daartegen kunt doen). Ik lees het artikel niet. Moordenaar, fluisteren de vlinders. Hun karma zucht langs mijn nekharen. Ja daag, in de voortuin staan er nog drie. Van diezelfde vlinderstruiken. Twee om eerlijk te zijn. Want eentje is voorover gekukeld in de hardstenen waterbak voor vogels. Niet perse voor de vogels trouwens. Eigenlijk gewoon voor de sier, maar ik zie ze er badderen en water pikken. 

Ik ben een tuinbarbaar. Wel eentje die hoogsensitief is. Een paradox? Een hoogsensitieve tuinbarbaar. Of flora en fauna daar iets mee opschieten. Dat geluid van de handzaag hoor ik tot in mijn vezels. Zaagsel valt als confetti op het grind. Dat zie ik. Het oorverdovende gefluit van die TBS-kanarie in de buitenkooi van de achterbuurman weeft een spoor door mijn zenuwen. Ik kan dat geluid niet filteren. Of verplaatsen. Of niet meer horen. Als de dag grijs en druilerig is, hang ik de slingers op en is de kanarie in depressietherapie. Stil. Soms blijf ik een tijd staan luisteren of het echt stil is. Ergens krijst een kind. Waar. Kinderen. 

Ben ik vorige week een hoogsensitief training gestart. Hoogsensitiviteit als kracht. Bij Psychologie Magazine. Kreeg ik van de directeur op school het boek Als alle breinen werken van Saskia Schepers. Om inzicht te krijgen in neurodiversiteit op het werk. Omdat het zo niet langer kan, vind ik zelf en aangaf in mijn ambitiegesprek. Anderhalve les onderweg en ben nu al een ander mens. Ik ben niet alleen. Wat ik hoor, voel, ervaar zonder filter dat is niet gek, raar, vreemd, het is alleen maar heel bijzonder. Nee hoor. Het is een persoonlijkheid. Weten we dat ook weer. Wordt vervolgd.

Genoeg serieus gedoe. De chocolade paaseieren zijn opperdepop. Lekkuurrrr. Ergens tussen half een vannacht, of was toen de klok al verzet en negen uur in de ochtend. Slaapwandelend tussen bed en chocolade op tafel. Doe ik  gewoon. Opstaan in de ochtend ho maar, maar s nachts op zoek naar chocolade, geen enkel probleem. Wat mij betreft kan de paashaas terug zijn hol in. Morgen nog een lekkere dag met...niks. Dus, ik heb zin in wijn. Rood. Maar wit vind ik ook prima. O ja, moet het zelf pakken.



Klein Vingerpietje en het mysterie van de verdwenen banaan.

2009 Een sprookje voor kinderen 18 jaar en ouder. Geschreven voor Smie. Kan dit nog? Nu. In 2023. Terug in de tijd, zeker. 

Er was eens een Sinterklaas en heel veel zwarte knechtjes. Alleen dit jaar was het anders dan voorgaande jaren.
De kredietcrisis is ook binnengedrongen in de multinational van Klaas. Liever had hij de tent verkocht, maar hij kreeg te weinig voor zijn eeuwenoude liefdadigheid toko. Saneren is de enige oplossing. Al die zwarte monden kan hij niet langer meer zelf bedruipen. Dus als Nederland massaal ‘Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht’ zingt, zijn zwarte knechten warm onthaald zijn, laat de Sint doodleuk één voor één zijn pieten achter.

Lust-er-wel-pap-van-piet is de eerste in de rij. Zaken zijn zaken en Sint ziet zijn kans schoon in het land van vrije handel en wandel. Doet een bod op vergane glorie, de Yap Yum. Binnen vierentwintig uur is hij koopman. Lust-er-wel-pap-van, te geil voor de kleine lettertjes, tekent het contract dat Sint hem voorschotelt. 70 % voor Sint, 30 % voor pietje. Moe van de reis op die gammele schuit laat Sint zich een heerlijk avondje de hemel in verwennen. Gratis natuurlijk, want hij is en blijft tenslotte de baas van het spul.

Uit-in-de-kast-piet loopt watertandend een nieuw hervonden Klaas achterna. Met zijn kast wagenwijd open glijdt hij over de daken. Daar komt Sint makkelijk vanaf.

Wie-stout-is-krijgt-lekkers-piet heeft zijn slag geslagen. De Boeienkoning van de lage landen noemt hij zich tegenwoordig. Vol overgave werpen onderdanige meisjes zich aan zijn voeten…op hun knieën. Ze kruipen voor hem. Drinken als hondjes. Hinniken als een jong paardje. Naar gelang zijn lust, zijn opdracht. En als ze niet naar zijn zin presteren laat hij ze schreeuwen. In de boeien takelt hij omhoog en laat ze bungelen. Zijn roe slaat rode billetjes….De Sint zoekt het maar uit. Wie-stout-is-krijg-lekkers is nu zelf Heer en Meester.

En zo krijgt pietje na pietje een nieuwe bestemming. Behalve Klein Vingerpietje.

Verlaten zit Klein Vingerpietje op de stoeprand. Hij heeft dit jaar maar een taak. De surprise bij Smie afleveren. Daarna kan hij gewoon weer als ik-ben-een-blanda door het leven. Vingerpietje pakt zijn zak en friemelt wat. Het koord gaat los en zijn vingers gaan op zoek…op zoek naar de surprise. De banaan verstopt in de bananendoos. Niks. Had hij de banaan dan in zijn broekzak gedaan? Nee. Hij weet het weer. Hij had de banaan net nog in zijn hand. Hij kijkt naar zijn hand. Rechts niks. Links een staf. De gouden staf van Sinterklaas. Dit is niet goed. Hier komt gezeik van.

Sint is vertrokken, richting strandstoel, cocktail en lekkere wijven. Minuten geleden gleed een geblindeerde limo de straat in.  ‘Ze mogen blij zijn dat ik nog steeds elk jaar kom. Jaar na jaar voer ik dat gelovigen toneelstukje op, maar bij mij begint die klucht aardig de keel uit te hangen.’ Klerenkast-piet stapt uit, opent de deur. Vingerpietje ziet dat doe-het-zelf-piet klaar zit op de achterbank. De sint stapt in. Zonder een blik. Zonder een hand. Zonder een groet. Binnen enkele seconde is Vingerpietje helemaal alleen. Die rood gemutste priester onderweg naar Schiphol.  Baard in een hoek van de auto gesmeten. Mijter en mantel vallen boven op de bananendoos. 

De tijd verstrijkt en dan raapt Klein Vingerpietje alle moed bij elkaar. Pakt de telefoon uit de zak en schrijft Sinterklaas een bericht.


Piep-piep-piep. Bericht terug. ‘Koop een nieuwe sorpresa. Banana is goed, houd ik zelf. Sint. p.s. doos is geen succes.’


Ondertussen op Inner Circle. 

17 mei 2023
Mijn dateleven hangt wapperend in de lentezon te drogen. Alleen Inner Circle draait ergens op de achtergrond. Kijk ik af en toe. Scrol door massa’s hippe jonge dertigers met als locatie Amsterdam. Festivalletje, biertje, terrasje, vriendinnetje. Snap je. Misschien is dit toch niet zo de geschikte site voor een jonger te schatten, beetje afhankelijk van het licht, vijftiger uit Brabant.

Over geschikte datingsite gesproken. Lexa. Half jaar geleden deed ik weer eens een serieuze gooi naar gelukkig in de liefde. Ik raak aan de praat met een man, twintig kilometer verderop. Eigen leeftijd check. Vakantiebestemming check. Creatief brein check. Nog een paar wetenswaardigheden van onszelf over een weer. Favoriete muziek, iets minder check, maar wat kan het schelen.

En dan komt het.
Hij: Wat een mooie dag vandaag. Ben terug van medicijnen halen. Al mijn holtes zijn ontstoken. (Niet visualiseren, niet doen. Niet doe...te laat...) Brand je een kaarsje voor me? (Een kaarsje branden???? En dan te bedenken dat ik echt een enorme hekel heb aan het vraagteken. Maar dat terzijde.) Hij sluit zijn bericht af met emoij met mondkapje, klaver vier, snotneus en bloem. 
De cyberstilte valt. In het datingcircuit lijkt het een ongeschreven regel dat je om beurt een bericht stuurt. Ik stuur niets. Moet eerst mijn verzorgende-zieke-man-skills van zolder halen. Druk druk druk en heb ik die ooit meeverhuisd met de scheiding. Ik kan het me niet herinneren. Hij stuurt geen bericht. De patiënt is overleden. Nee nee nee grapje grapje. Dus die ongeschreven dateregel bestaat echt.
Twee dagen later heb ik het gevonden, de manverzorgskills, tenminste wat daar nog van over is.
Ik: voel je je alweer wat beter? En loop door wat profielen, ben nu toch op de site. Swipe.
Hij: nouwwww nee. Vooral die kriebelhoest is irritant. Aan dat verstopte hoofd kan ik wel wennen maar dat gehoest. Zo vervelend. Slaap ook slecht. Ben zo moe. Ik heb nergens zin in. Kom de deur niet uit. Hoe kom ik hier vanaf, zuster? 
OMG hij wil een zuster aan zijn bed. Een wit schortje. Met het rode kruis tussen mijn borsten. Stay up panty's en high heels van tien centimeter. Lingerie. Kant. De pleister moet zo snel mogelijk van de wond, dokter Bernhard. Blijf dicht bij jezelf. Ja, Ja. Braak. Okee, hij. Here comes your sister, hahaha nurse. 
Ik: Mij niet bellen! Met een emoji met tranen van het lachen. Ik lach als de emoji. Recht zo die gaat. En klaar.

Ik zat ergens, weet niet meer precies in welke wachtkamer. Kan bij de tandarts zijn geweest, botoxkliniek, borstonderzoek. Het was allemaal rond die tijd. Hee, zou hij mij inmiddels delete hebben.
Hij, vier dagen eerder: je houdt niet echt van me hé?
Ik, in de wachtkamer: naar instellingen. Verwijder account. Klik. Reden: ongeschikt check.

Ondertussen op Inner Circle.
Een andere hij: Volgens mij heb ik jou al 36 keer geliked…of niet?
Dezelfde ik: Och jongen toch, ik heb geen idee. Echt waar? En wat zegt je moeder ervan?

Gekkenwerk. Of vasthoudend.

5 maart 2023 
De Jurk Mag Uit op Instagram wordt Antonia van Boven. Het is tijd. Op 27 oktober 2018 begon ik de pagina om mezelf en anderen mee te nemen in mijn vrije tijd dat vanaf dat moment bestond uit woorden, komma's, zinnen, en punten. Geen uitroeptekens, daar heb ik een hekel aan. Ik heb ook een hekel aan komma's maar daar ontkom ik volgens de geletterden niet aan. De titel van het boek sprong in het oog, wekte nieuwsgierigheid. Bam, de eerste volgers had ik te pakken. De Jurk is geschreven en onder de hamer. Niet dat er op dit moment enige sprake is van wie biedt er meer. Nog steeds durft de uitgeverij het verhaal niet aan. Rauw. Echt. En zonder censuur. Fuck papiernood, energierekening, personeel tekort, risicospreiding. De Jurk moet de wereld in. Zo. En door.

Instagram van De Jurk Mag Uit is na vier jaar meer dan De Jurk Mag Uit. Ik heb een leven in mijn vrije tijd gekregen toen ik vorig jaar het manuscript naar de eerste uitgeverij stuurde. Is uitgeverij eigenlijk mannelijk of vrouwelijk? Wat denk jij? Stop maar met denken, ik heb het antwoord al. Vrouwelijk. Weetje van niks.

Wat doe ik met de tussentijd. Ik denk er serieus over om het manuscript over te typen. Zoals Tommy. Ik mag Tommy zeggen. We staan tenslotte samen op de foto, gemaakt na zijn lezing over De Heilige Rita in de Schouwburg in Cuijk. Nadat ik een dik kwartier in de rij had gestaan. Niet dat jullie denken dat ik in zijn inner circle verkeer. Dat zou ik wel willen...ik dwaal af. Tommy, Wieringa  dus, vertelde dat hij elk manuscript voordat het naar de uitgever gaat, overschrijft. Het maakt het verhaal intenser. Hij print het manuscript en begint met typen. Ik geloof daar in. Sterker nog, ik ben inmiddels zover dat als ik het overtyp een aantal uitgeverijen het verhaal opnieuw stuur. Eigenwijs. Of vasthoudend. Gekkenwerk. Noem het wat je wilt. Kan mij niet schelen. Net zolang tot ook zij de noodzaak voelen. Dus, gij zijt gewaarschuwd. Uitroepteken.

Overtypen: dezelfde tekst opnieuw kopiëren met een schrijfmachine.

Blog disclaimer

28 januari 2023  Ik schrijf. Al heel wat jaren. Tot zover niks nieuws. Mooi. Ik blog. Dat kan wel nieuwe info zijn. Bij deze dan. Ik blog. Maar weet je ook dat ik over jou kan schrijven als het over mij gaat. Het verhaal moet ergens vandaan komen. De hoogste tijd voor een warning. In het engels klinkt waarschuwing toch stukken zachter. Het is een disclaimer, dat moet tegenwoordig, ook wel een oordeelonthouding. Ieieie dat klinkt wel heel eng. Ik doe het in mijn eigen woorden.

Vanaf nu kan het zijn dat je jezelf herkent in een situatie waar ik over schrijf. Zonder name-dropping natuurlijk. Ik houd de aandacht graag bij mezelf, die ga ik echt niet met jou delen. Heb je hier bezwaar tegen, stuur mij geen contactformulier. Behalve als je een single man bent, met de juiste wetenschappelijke genen die perfect bij mij passen. Ik weet ook niet wat dat precies inhoudt. Laten we afspreken dat als je een single man bent je dan in ieder geval het contactformulier invult. Glunder. Terug naar de realiteit. Whatsapp helpt je niet en bellen al helemaal niet. Ik ben allergisch voor indringende geluiden. HSP. De enige oplossing; blijf bij mij uit de buurt. Communiceer niet met mij. Ga. Weg. Want ik ben een schrijver. Je gaat mee in mijn verhaal als ik dat wil en op mijn manier. Snap je? Niet? ‘Het boeit me niet. Het boeit me niet. En het boeit me nog een keer niet. Dus wat doet het? Het boeit me allemaal niet.’ Thanks, Djamila. Deze houd ik erin. En de Aromat ook.

Dus. Een gewaarschuwd mensch trekt de schoen aan die past. Zo’n sch..t hekel aan cliché zinnen. Over schoenen gesproken. Trouwens. Ik was laatst bij de schoenmaker met mijn favo enkellaarsjes. Kleur zwart, lopen al jaren als een trein, onmisbaar op Terschelling. Lang verhaal lekker kort. Niet te redden. De hak los van de zool. Voor het eerst in mijn leven heb ik schoenen op de draad versleten. Ik kan het nog steeds niet geloven. 
'Dan moet ik nieuwe kopen.' De schoenmaker haalde zijn wenkbrauwen op. Ik wist genoeg. De laarsjes gingen de rouwverwerking in. Ik poetste ze, met een zachte doek wreef ik de glans terug. Zette ze op het krukje in mijn inloopkast. Soms raakte is ik ze even aan.

Vanmorgen met een vriendin naar de magazijnverkoop bij Van Bommel. In Moergestel. Vier jaar lang reed ik die fucking A58. File na file. Toen ik werkte voor de drie broers met veel plezier uitroepteken. Ik schrijf uitroepteken voluit als een woord, omdat ik een bloedhekel heb aan het leesteken !. Ik vind het een schreeuwend teken dat nergens toe leidt. Dat gezegd hebbende. Uitnodiging op persoonlijke titel in het blok van 10 uur stipt en drie kwartier later naar buiten met niet meer dan vijf paar schoenen. Dank voor deze limiet, Floris. Na de co2 laser en de zonnepanelen die komen moet iemand de hand op mijn portemonnee houden. Twee handtassen, slippertjes voor de zomer en een paar boots voor op Terschelling. Heerlijk. Happy. Thuis was het einde rouwverwerking. Ik pakte de laarsjes, had mijn nieuwe boots aan, deed de klep open. Laarsjes in de kliko. Klep dicht. Zo snel kan het gaan. 

Wat doe je als je jezelf overal tegenkomt?

18-01-2023 Word ik wakker ligt mijn halve gezicht naast me op het hoofdkussen. Gezellig. Ik kan me nog net beheersen te vragen: lekker geslapen? Een week na de CO2 laser behandeling. En ik moet het meneer de knappe Pakistaan nageven, de hele week ging zoals hij had voorspeld. Opzwellen tot dag vier, dan slinkt de zwelling en trekt de vlammenwerper zich strategisch terug uit de poriën. Het gezicht wordt hard van verbrande huid en opgedroogd vocht. Gemakshalve liet hij bij de info de pijn van 0 tot onhoudbaar in 24 uur achterwege. Het is hem vergeven. Ik had het toch niet klakkeloos van hem aangenomen. Eerst meemaken, het zal wel meevallen. Dat laatste denk ik trouwens alleen als het mij goed uitkomt. Ben niet de positiefste ziel die op de aarde rondloopt hoor. Daarover een andere keer. Misschien.

Met mijn vingertoppen ga ik over mijn gezicht, alsof ik met een boek voor mijn neus aan de eerste LOI les braille begin. Onder mijn aanraking voel ik de huid loskomen van...ja waarvan eigenlijk. Van een andere laag. Dat is de nieuwe huid die de komende jaren, zeg maar tot de dood ons scheidt, mij moet beschermen tegen kwade invloeden van buitenaf. Klinkt best poëtisch, nou ja, eerder dramatisch. Enniewee, mijn huid doet waar ik vorige week goed voor betaald heb. 

En dan. Ineens. Jeuk. Op een wang. Maar dan schiet het als een bal in een flipperkast van boven naar benden, van links naar rechts over mijn gezicht, door mijn hals. Is jeuk niet een teken van genezing. Ben ik nu weer positief aan het doen. Vraagteken. Vraagteken. Jeuk. JEUK. Lelijk woord. Afblijven. Ja, ja, rustig maar. Niks rustig maar, ik ken je toch. Klopt, aan zelfreflectie geen gebrek. Oh hier kan mijn nagel onder...NIET DOEN. Ach jij. Laat me toch. Ik google. Genezende wonden jeuken doordat bij het genezingsproces zogeheten jeukzenuwen in de opperhuid worden geactiveerd. Probeer niet te krabben. Ik trek een klein vliesje van mijn gezicht. Eentje mag wel.

Er moet gewoon gewerkt worden, thuis achter de laptop. Over tot de orde van de dag. Koffie zetten. Videovergaderen, zonder video. Nee, ook geen sneak peek. Ik brokkel verder af. Ik val hier letterlijk af zonder te bewegen. Nice. De mails, gesprekken volgen elkaar op. De uren ook. Geen tijd voor jeuk. Ik klap mijn laptop dicht, het is mooi geweest, einde werkdag. Als ik opsta en naar de keuken loop, zie ik overal mezelf liggen. Op de grond. In de kamer. In de wc. In de badkamer. Overal waar ik kijk. Grietje, je weet wel die van Hans, heeft een spoor achtergelaten zonder enige behoefte om gevonden te worden.  Overal waar ik loop kom ik mezelf tegen. Ik pak de stofzuiger. De rest is geschiedenis.

Jeuk in braille.

 

Ik doe het zo weer, als het de eerste keer zou zijn.

15  januari 2023  Het is maar goed dat we niet álles van te voren weten. Dit is er een van. Laat ik beginnen met te zeggen: wie mooi wil zijn, moet. Ja precies die. Pijn lijden zul je. Was het nodig? Als ik mijn inner circle mag geloven: nee. Met grote verbazing zag ik hun grote verbazing toen ik vertelde wat mij direct na de kerstvakantie te wachten stond. Maar hé, dit zit me al minstens een decennium dwars, elke dag. Zie je dan niet wat ik bedoel? Nee niet echt, ja misschien nou je het zegt. Wrong answer.

De intake vond plaats en ik werd goedgekeurd. Had niks anders verwacht. Als ik wilde, waren er ook nog extra's te boeken. Ho ho meneer de knappe Pakistaan, stap voor stap. Moet in het voorjaar ook nog de zonnepanelen afrekenen. Een paar dagen later kreeg ik al telefoon. Er was een plek vrijgekomen, of ik wilde. Iemand had afgezegd? My lucky day. Ik stond te trappelen van ongeduld, dit was het moment. 
‘Ja, ik wil zeker.'
Ze moet mijn opwinding gehoord hebben.
‘De behandeling is niet pijnloos. Met crème word je verdoofd. Zorg daarom dat je een uur vooraf aan de behandeling aanwezig bent.’
‘Ik kan toch gewoon zelf terugrijden? Een vriendin van mij denkt van niet.’
‘Ik kijk het even voor je na.’
Ik zie het voor me hoe ze met haar vinger langs de instructieregels gaat die naast de telefooncentrale liggen.
‘Hier staat dat geadviseerd wordt na de behandeling geen auto te rijden.’
Ik twijfel nog of ik dat echt moet geloven, maar besluit toch de handreiking van mijn vriendin aan te nemen. Zij gaat met me mee.

Het is vandaag vijf dagen geleden dat ik mijn gezicht liet behandelen met een CO2 laser. Omdat ik de onregelmatige huid op mijn kin spuugzat was. Oh ja, en voor 150 euro extra deed hij naast mijn hele gezicht mijn hals erbij. Okee, doe dan maar.

Terwijl ik 's nachts rechtop tegen drie kussens, omdat de bewerkte oppervlakte geen aanraking verdroeg, Klaas Vaak probeerde over te halen zand in mijn ogen te strooien, veranderde mijn gezicht in dat van een zombie. De pijn sijpelde uit de aangevallen poriën. 
Ik stond erbij en keek ernaar. Naar mezelf. In de spiegel. Twee kraaloogjes in een drievoud gezwollen gezicht met een mond waar de tandenborstel niet meer in paste. 
‘Stel dat dit het is, kun je daar dan mee leven.’ OMG, alle spiegels afplakken. Nu. Meteen. 
Koelen verboden. Buiten in de kou gaan staan mag wel, maar daar hoef ik tegenwoordig niet meer voor naar buiten. Crème smeren verboden. Slik elke vier uur twee paracetamol om de verbrande kwelling te verzachten. Wat mij betreft mag dit onbeduidende pilletje op de overzichtslijst van placebo, met stip op nummer een binnengekomen.

Genoeg gejammerd. De vlammende pijn is weg. De zwelling is weg. Het verfrommelde zombiehoofd is er nog. Precies zoals de arts voorspelde. Het eerste herstel duurt ongeveer tien dagen; dat je weer onder de mensen kunt zonder dat ze je vol afschuw en medelijden aankijken. Op de helft dus. Ik had te doen met de jonge knul die gisteren mijn boodschappen thuisbracht.
‘Kijk maar niet naar me. Zet het kratje maar neer. Dank je. Het is een schoonheidsbehandeling. Het komt goed.’ Met gierende banden van mijn oprit.

Ik ben zo benieuwd, echt zo zo zo benieuwd wat er onder de afstervende huid vandaan komt. Ik doe het zo weer, als het de eerste keer zou zijn.


26 november 2022 Verhalen uit de losse pols begon in 2019 in Wordpress. Zorgvuldig opgebouwde blogsite. Alles aangeschaft, tot aan geavanceerde ontwerpen en lettertypes. Kosten nog moeite, uren voor de perfecte lay-out. Of ik een back-up wilde. Hoeft niet, ik doe niet aan back-ups. Misschien later een keer. Lang verhaal, lekker kort van alle blogs die ik heb geschreven heb ik er nog drie. Omdat ik die ver weg in mijn hotmail terugvond. Ik ben online als met spullen in mijn huis. Ik bewaar niks. Als ik het niet meer nodig heb, moet het mijn huis uit. En dat duurt geen 24 uur. Zou ik daarom nog steeds single zijn? Maar dat terzijde. 

In de zomervakantie van 2021 sloeg het blognoodlot toe. Vijf weken zomervakantie van school. Vijf weken de laatste hand aan De Jurk. Ik leefde mijn ultieme schrijfleven. Ik en De Jurk. Antonia de schrijver. 's Morgens vertrok ik gepakt en gezakt met laptop, boeken, opschrijfboekjes, koptelefoon, iPad, lunchpakket naar de bieb. Installeerde me, waarbij ik nooit zeker was daar ook de hele dag te blijven zitten. Ik moest nog al eens verkassen als die schatten van kinderen, aandoenlijke bejaarden met elkaar in gesprek voor doven en slechthorenden het in hun hoofd haalden precies naast mij te gaan zitten. In een verder lege bieb. Als blikken konden doden... De Jurk vorderde gestaag naar een einde. Niets om mij heen kon mij uit het glazen huis krijgen. Na vier weken legde ik de pen neer, haalde ik de vingers van de letters. Ik schreef Annemarie van Gaal een mail en stuurde haar het manuscript. 

Een jaar later. Ik voel dat het beter gaat en dat ik er nu wel over kan praten. Tevreden leunde ik aan het einde van die zomervakantie achterover. Ik zie het weer voor me alsof het gisteren was. Tijd voor andere dingen. Een week vakantie over. Ik opende mijn mail. Twee simpele mails van Wordpress. Twee fucking mails. Een kennisgeving en een herinnering. In de tweede week van het tijdelijke schrijfleven. Betalen, anders wordt je account verwijderd.  Zo'n vaart zal het niet lopen. Ik ging naar Wordpress. Login. Lukte niet. Ik voelde vanuit mijn middel de bloedhitte als stoom uit een waterkoker opstijgen. Nee. Ja. Nee. Blog was uit de lucht. Gone with the wind. Wordpress had mijn blog weg geknikkerd. De prullenbak in. Zorgvuldig opgebouwd, spontaan geschreven verhalen. Weg. Vol ongeloof belde ik Wordpress. 'Geen probleem, mevrouw, we fixen dat voor u.' Zie je wel. Ik haal opgelucht adem. 'Heeft u een back-up...'


Soms moet je weg zelfs als je wilt blijven. Ik kom terug, Terschelling.

Verhaal binnenkort beschikbaar.